OOIT, eens

Ooit, vele jaren terug zweefde Geest Gods boven chaos en vloed
HIJ sprak en zie: het was goed:
Land bij land, de zee met vissen en waterdieren, de leviatan.
hoog in de lucht de zon, de maan, de sterren
laag de bossages, met planten en dieren, in maat en soort,
daartussen in bomen de vogels, zoals het hoort
het zong en floot bij de beesten af, ’t was één groot feest
tot plezier van Geest.

Ooit, de vrijdag scheen net goed, werd Mens gecreëerd!
naar Geests beeld geformeerd
met kieskeus tussen goed en kwaad, tussen Geest of ik, IK!
Mens, voor jou de aarde, met dieren in maten en soorten
wees duurzaam met aarde, jouw moeder,
liefdevol met hen, jouw vrienden, de dieren.

Zo deed Mens, de geliefde.

Chagall, de drie kaarsen:
Paar, als beeld van de gemeente Gods met een licht op ons pad

Ooit later, ziet Mens niet meer als taak, de zorg en liefde voor het  al,
Hij wil een IK op aarde zetten,
een geestbeeld naar eigen gelijk, eigen regels, eigen wetten.
Geest, met heil’ge boosheid, spoelt alles weg
bouwt toch een boog, veelkleurig, naar opnieuw.

Ooit, na werekeer en kereweer, na zeventig maal kyrie, heer,
schenkt de Geest oneindig wéér rechtende regels
op tafels met voor eeuwig een vertroostend woord,
hakt HIJ een wetboek, gedompeld in barmhartigheid,
met vouchers bestemd voor een amen in eeuwigheid.

Chagall, Ik en het dorp
Beeld van een onbezorgde jeugd Visioen van het harmonisch leven

Ooit bezongen en gevolgd,
even zo vaak misbruikt en verkwanseld
passend gemaakt aan schijnvrede en ongerechtigheid
verknipt en vermaakt ten dienste van IK
weer opgetuigd door richters, koningen, profeten,
verteld door een rabbi uit Nazaret, Jezus geheten.
Zijn volk wil Geest niet trouw gedenken
al wil de Geest de wereld vrede schenken.

Godlof,
Ooit zullen Paas en Pinkster samen vallen*
zingt men van Pesach en van Wekenfeest op énen dag,
een ieder zal van vrijheid en verbint’nis weten
van lieven en geliefd, in één dezelfde slag!

*Het Joodse Sjavoeot (Wekenfeest) herinnert aan de gave van de Tora, het christelijke Pinksteren aan de gave van de Geest, de bron van de Wet.

Pieter Butz, Pinksteren na de corona.

 

Share This