Op Weg naar Pesach-Pasen via Marc Chagall

’t Is zondag, alweer geen kerk! Ik vind het vreemd, want zondag is voor mij de uitdaging van samen-zijn, zingen, een kwinkslag over en weer, een hand omhoog naar Kees, Gerrie en  Peter, Hans en zijn vrouw, het paar van het zwembad. Eigenlijk naar allemaal. Kerk is ook het uitzien naar welke lezing? Naar wat hij of zij gaat vertellen?

Vandaag dus niets. De kerk is ‘locked down! Dicht!’ Geen ouwekoek van vroeger noch nieuw zicht op het oude verhaal van Mosje, van de rabbi uit Nazaret. Ook geen lawaai van een half-vastenstoet, vandaag hoogstens de stildreiging van het corona-virus.

Ik kijk naar schilderijen van de Russisch-Joodse schilder Marc Chagall. Opgegroeid in Witebsk, gevlucht uit St.Petersburg, neergestreken in Parijs en Nice. Vol verlangen naar het oude geloof, naar het land van vroeger, de liefde (wat niet hetzelfde is als hebzuchtige seks).

Mijn ogen blijven steken bij ‘Liefdespaar met rode haan’, geschilderd in 1950-1965. Hoezo op weg naar Pesach, naar Pasen? Ik zie sneeuw, kilte. Dat belooft toch geen voorjaar? Geen naderende zomer. Maar centraal staat een bruidspaar, leunend tegen een felrode haan.
Hoezo geen Pasen! In de synagoge lezen, zingen ze op de vooravond van Pesach het Hooglied. Het lied der liederen over de liefde, over de ideale relatie. Over het liefdevol ‘omzien naar elkaar’ zoals de minister-president, en de minister van gezondheid en tenslotte de koning in de afgelopen week hebben gevraagd. In de afgelopen week toen de saamhorigheid en de wederkerigheid werd bedreigd door hèt virus.

Nu is het al half-vasten, bijna begint het feest, de bruiloft van de Eeuwige en Zijn volk. Want kijk maar: in de haan speelt de muzikant op zijn trompet, op de sjofar. Rechtsboven zien we de fiddler, als een handtekening van schilder Chagall. En de haan kraait niet zijn boze lied van verraad dat wij, mensen, hem in de snavel hebben gepropt.
In de bijbel – en dus bij Chagall – zijn de dieren de onschuldige, zuivere schepselen van God. Zijn vrienden! Zij zijn nog niet door wc-papier-hebzucht vervormd! Nog niet door achterdocht en broedermoord ontmenselijkt! Nog niet door dom egoïsme van hun scheppingskleur ontdaan. Zij hebben nog weet van de ware betekenis van Pasen, van Pesach: we zijn bevrijd van slavernij!

Nog even! Dan is het Pasen!

Ik wens je een goede weg naar Pasen
Pieter Butz

Share This